Pak maar mijn hand,
Huilend loopt ze me voorbij. Ze is zichtbaar overstuur en ik merk dat ik me een beetje zorgen om haar maak. Ze loopt met al haar verdriet, helemaal alleen langs de kist, de aula uit. Ik kan mijn gedachtes niet van
Ik denk niks,
“De politie zei dat ik meteen jullie moest bellen. Hij ligt er al een paar weken, het is niet best.” De zoon van een vader belt. Zelf nog amper een man. Zijn vader is thuis dood gevonden. De buren sloegen alarm. Ik
Dappere glimlach
Op de automatische piloot rij ik naar huis. De radio uitgezet. Geen behoefte aan vrolijke muziek. Aan verdrietige ook niet. Er rolt een traan over mijn wang maar het is niet míjn verdriet. Een voorgesprek met een stel. Hij en zij.
In het oog van de storm
Het is er stil. Grote eiken met stevige armen houden er de wacht. Bladeren bewegen op de melodie van een zachte wind. Hier bestaat geen tijd. Mijn fiets staat bij de poort en ik wandel zonder doel. Ga soms even
Gewone voordeur,
Het is een hele gewone bel bij een gewone voordeur van een heel gewoon huis. Ik haal adem en bel aan. De gewone voordeur gaat open en er staat een hele gewone man. Een stuk groter dan ik maar klein
Tree voor tree
“En zó ga ik me jou herinneren. Als een blije, trotse oma.” Haar stem wordt wat harder, vechtlustig bijna. Dit is de laatste zin en daarna loopt ze gauw achter de microfoon vandaan. Terug naar de eerste rij. Zeventien is ze. De
Buigen zonder te breken
Hónderd geworden. Ze heeft kinderen, kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen gekregen. Haar dochter vertelt over een lang en dapper leven. Hoe ze de oorlog overleefde en hoe deze moeder, toen ze klein was, nooit een pop voor zichzelf heeft gekregen. Dat raakt haar
Alles naar wens
“Hè? Is dít het? Nu al voorbij? Dat kan toch niet?” Er waren maar twee liedjes. Niemand heeft gesproken. Geen bloemen, geen warmte, geen recht gedaan aan wie ze was. Zij was zo bijzonder, in elk geval voor mij. Mijn oma
Voor jou, namens jou
“Nee. Dat kan ik niet. Voor grote groepen spreken? Alsjeblieft zeg. Ik krijg het al benauwd als ik eraan denk.” Je kunt het je niet meer voorstellen maar dat dacht ik écht. Mijn vader overleed tien jaar geleden. Hij is gescheiden van
Vergeet de ‘L’ niet
Brrrrrrr. Ik trek de rits zo hoog mogelijk en nestel mij in mijn jas. We wandelen door de bossen in Beekbergen. Het miezert. “Weet je nog hoe wij er tien jaar geleden voor stonden?”. Vera kijkt me aan en ik